Gelegenheidsgedicht voor een secretaresse
Voor Ellen
(bij haar afscheid)
Alles houdt op, is eindig en raakt toch nog los.
Ook wat normaal lijkt, geworteld en stabiel,
Kan losgewrikt worden, van vast tot mobiel.
De boom loopt weg uit het dichtbegroeide bos.
Mensen weten dat zij er maar even zijn,
Op een stuurloze wereld in een heelal
Dat uitdijt naar nergens: zoals een speelbal
Die flitst over een oneindig golfterrein.
Maar mensen laten sporen na in het hoofd
En het hart van de anderen, zoals jij
Door ons bent gezien, gewogen en geloofd.
Als je weggaat, blijf je daarom toch, zo blij
En soms bedroefd als altijd, en onthoud: wij
Zijn verrijkt door jou en ook nu niet beroofd.
C. Gijsen